De wallen – de oudste grachten in de stad

In de twaalfde eeuw ontstond bij de monding van de Amstel rivier aan de kust van de Zuiderzee een naamloos vissersdorpje. Omstreeks het jaar 1260 werd door een aantal samenwerkende vissers een dam in die rivier gebouwd om daarmee een veilige haven voor hun boten te creëren. Zij noemden hun nederzetting Amstelredamme, naar de dam die in de rivier was gebouwd. De eerste schriftelijke vermelding van die naam dateert uit 1275, in een document waarin tolprivileges werden toegekend aan de nieuwe nederzetting. Die privileges gelden als bewijs dat stadsrechten verleend waren. Omdat er geen oudere documenten bewaard zijn gebleven, wordt die datum beschouwd als stichtingsdatum van Amsterdam. In de veertiende eeuw begonnen de plaatselijke vissers hun vangsten te exporteren naar Hamburg, waar zij hun vis ruilden voor bier. In het jaar 1341 verkregen de Amsterdamse vissers/handelaars een monopolie voor alle export van bier uit die stad naar Holland en Vlaanderen. In Vlaanderen werd het bier geruild voor textiel, dat daarop werd verscheept naar de Hanzesteden aan de kusten van de Oostzee. Daardoor ontwikkelde Amsterdam zich gedurende de Middeleeuwen tot een handelsknooppunt tussen Scandinavië en de rest van Europa. De eerste grachten werden gegraven als verdedigingswerken buiten de stadsmuur rondom de nederzetting. De stad groeide en nieuwe verdedigingswerken met nieuwe grachten werden aangelegd in steeds grotere cirkels. Aan het einde van de middeleeuwen was de stadsmuur al drie keer afgebroken en op een andere plaats weer opgebouwd om ruimte te bieden aan opeenvolgende stadsuitbreidingen

Hieronder een kaart van het gebied. De cijfers verwijzen naar de beschrijvingen van de bezienswaardigheden langs de route van deze virtuele rondvaart door dit meest interessante deel van de stad,

1. Steiger hotel Krasnapolski

Tot vorig jaar bestond deze virtuele rondvaartroute alleen op het internet. De rederijen die reguliere rondvaarten aanbieden mijden de oudste en mooiste grachten van de stad alsof daar een besmettelijke ziekte heerst. 

2. Red light district

Amsterdam is de enige historische stad ter wereld waar het historische centrum geen museum is maar een hoerenbuurt. De eerste Hanzehaven in de Middeleeuwen was hier gevestigd en dat werd snel een centrum van vermaak en sociale activiteiten. De eerste dranklokalen en bordelen werden hier al in de 15e eeuw geopend. Na de reformatie getroostten de puriteinse protestanten zich veel moeite om dit Katholieke “moeras van verderf en zonde” op te ruimen. Maar de benaming “Red light district” is ontstaan in de protestantse 17e eeuw.

Het werk op de schepen die alle rijkdom naar de stad brachten, was levensgevaarlijk. Slechts een derde deel van de zeelui op de schepen die naar het verre Oosten zeilden, kwam levend terug van die reizen. Daardoor waren er bovenmatig veel weduwen in de stad. De officiele rouwperiode voor deze weduwen was 1 jaar. Na dat jaar konden ze aan de wereld tonen dat ze weer beschikbaar waren voor contacten door een rode lantaarn bij hun venster op te hangen. Dit is een van drie versies van de oorsprong van de term ‘Red Light District’ De foto geeft een goed beeld van de dubbelzinngheid van dit gebied.

Het reliefbeeld boven de voordeur laat zien dat Maarten Harpertsz Tromp hier woonde. Hij was een van de grootste zeehelden uit de 17e eeuw. Tegenwoordig is er in het pand een seksbedrijf gevestigd.

3. Bulldog, oudste coffee shop

Het woord ‘coffee shop’ verkreeg hier de in Nederland gebruikelijke dubbele betekenis in relatie met drugsverkoop. Tot 1975 was er een verborgen ‘speakeasy’ voor de verkoop van drugs in het sousterrain van deze koffieshop. In dat jaar werd de trap die de koffieshop verbond met het sousterrain geopend voor het publiek. Daarmee was openlijke verkoop van softdrugs een feit. Na een paar politie-invallen werd deze situatie gedoogd door de gemeente Amsterdam. Dat was een onderdeel van een beleid dat er op was gericht om de handelsstromen voor soft en hard drugs van elkaatr te scheiden. Het was niet de eerste plek waar openlijk in drugs werd gehandeld, maar het is wel de oudste nog bestaande “coffeeshop” Tegenwoordig zijn er meer dan 200 van dergelijke coffeeshops in de stad en mag het beleid succesvol worden genoemd. Hoewel Amsterdam internationaal bekendstaat als ‘’drugscapital” is het gebruik van harddrugs hier lager dan in alle andere Europese hoofdsteden.

4. Oude kerk

De oude kerk is het oudste gebouw in de stad. Met de bouw van deze kerk is rond 1300 een aanvang gemaakt. Daarna is er meer dan 200 jaar aan deze kerk gebouwd. Oorspronkelijk heette deze kerk de St. Nicolaaskerk, naar de schutspatroon van de stad Amsterdam en van de zeelieden. Tegenwoordig doet de kerk dienst als expositieruimte. Naast de hoofdingang is op de eerste verdieping een raam zichtbaar dat met dikke tralies is gebarricadeerd. Tot in het midden van de 19e eeuw bevond zich achter dat raam de gemeentelijke brandkastruimte, waar belangrijke documenten en waardepapieren werden opgeborgen. Deze ruimte kon alleen worden bereikt met een ladder waarmee aan de binnenzijde een verborgen deur kon worden bereikt. Rondom de Oude kerk is een steeg met vele prostitutieramen. Dat is de enige locatie op de wallen waar het prostitutiebedrijf vanaf het water zichtbaar is. . .

5. Onze Lieve Heer op Solder

Na de reformatie mochten de Katholieken in de stad hun geloof niet meer openlijk belijden, Een rijke Katholieke koopman wiens huis slechts enkele tientallen meters van de kerk verwijderd stond, bouwde daarom op de zolderverdieping van zijn huis een complete Katholieke “schuilkerk” Deze tweede St. Nicolaaskerk is nu een museum, genaamd ´Onze Lieve Heer op Solder”. Dit museum is ook interressant omdat ook het interieur van het koopmanshuis er onder nog geheel intact is, een van de drie laatste ongeschonden 17e eeuwse interieurs in de stad.

6. Oudezijds Kolk

In de middeleeuwen zag Amsterdam er veel meer uit zoals Venetië. De De meeste huizen langs de grachten stonden in het water, zoals hier rechts aan de Oudezijds Achterburgwal. Het meeste verkeer vond over water plaats, vervoer van goederen en mensen was bijna uitsluitend per boot De meeste straten langs de grachten werden veel later aangelegd ten behoeve van rijtuigen. Vandaag is dit een van de laatste drie locaties in de stad waar langs de grachten geen straten zijn aangelegd.

7. Haven van Texel café

Het gebouw aan de linkerzijde naast de sluis van de Oudezijds Kolk is nu een restaurant met de naam “De haven van Texel”’ Van de 17e tot de 19e eeuw stond hier een van de beroemdste (beruchtste) bordelen in Europa

8. St. Nicolaas Kerk

Vanaf 1850 mochten de Katholieken in Amsterdam weer kerken met kerktorens bouwen waarin zij openlijk weer hun erediensten mochten belijden. Daarop werd in 1863 de derde St. Nicolaaskerk gebouwd. De schutspatroon van de zeelieden werd daarmee in ere hersteld, want de kerk werd gebouwd aan het open havenfront, als een baken voor binnenvarende schepen. Jarenlang was er een traditie dat de kindervriend Sint Nicolaas met zijn stoomboot uit Spanje voor de kerkdeuir van “zijn” kerk aan wal kwam in Amsterdam.

9. Centraal Station

Het Central Station van Amsterdam is gebouwd in 1889 op een kunstmatig eiland voor de stad. De burgemeester en de gemeenteraad van de stad protesteerden heftig tegen de keuze van deze locatie omdat de stad erdoor werd afgesloten van de zee. Maar de landsregering was alleen bereid om mee te betalen aan de bouw van het station als het gebouwd zou worden op deze plaats. Onder protest ging de gemeenteraad uiteindelijk accoord met de huidige locatie. Dit werd gezien als de eerste overwinning van de landsregerinmg over het eens zo machtige stadsbestuur van Amsterdam.

10. Schreierstoren

Ter linkerzijde staat de grootste van de drie overgebleven hoektorens van de middeleeuwse stadsmuur: de Schreierstoren. Volgens de overlevering stondenn in vroeger tijden de vrouwen van de zeelui die vertrokken naar het verre oosten op de trans van deze toren om hun mannen vaarwel te wuiven. Misschien voorgoed, want ze wisten hoeveel van die zeelui onderweg gedood zouden wordenn door scheurbuik, piraten en oorlogen. Maar een kleine koperen plaquette aan de voet van de toren vermeldt dat de naam van de toren niets te maken had met schreiende zeemansvrouiwen. Het oud-Nederlandse woord “skrayer” betekende “hoek” De toren stond op een scherpe hoek van de stadsmuur

11. Scheepvaarthuis/Amrath hotel

Het scheepvaarthuis is gebouwd in 1902 als hoofdkantoor voor 6 scheepvaartmaatschappijen. Het gebouw heeft de vorm van de boeg van een schip. Het is van binnen en van buiten rijk versierd met beelden, ornamenten en illustraties die allemaal verband houden met scheepvaart en handel. Het wordt gezien als een van de mooiste voorbeelden van Amsterdamse school architectuur. In het gebouw is nu het vijf sterren Amrath hotel gevestigd,

12. Middeleeuwse winterhaven

In de middeleeuwen bevond deze gracht zich buiten de stad, tegenover de Zuiderzee.
Hij diende als winterhaven voor
de handelsschepen die naar de Baltische steden in de Oostzee voeren. In de 17e eeuw bracht de uitbreiding van de handel naar Afrika en Azie veel grotere schepen naar de stad, die bovendien zomer en winter onderweg waren. Daarom werd de haven verplaatst naar het open havenfront, het huidige Oosterdok.

13. Montelbaans-toren

De derde overgebleven toren van de Middeleeuwse stadsmuur is de Montelbaanstoren, gebouwd in 1516. De stadsmuur werd voor een nieuwe stadsuitbreiding in 1585 afgebroken, maar de toren wrrd gespaard. De spits met de klokken werd er bovenop gebouwd in 1606, na dringende verzoeken van de burgerij om een openbare klok omdat er in die buurt geen kerken waren. Zonder de steun van de stadsmuur werd de toren met die spits te zwaar en begon gevaarlijk over te hellen. Vier jaar later stond de toren schever dan de beroemde toren van Pisa. Na verscheidene mislukte pogingen om de fundering van de toren te verbeteren, werd de toren uiteindelijk recht getrokken met behulp van lange kabels. Daarna werd rond de basis van de toren een nieuw fundament geplaatst, dat met een groot blok aan de toren vast gemetseld werd. In de volksmond werd de toren “Malle Jaap” genoemd en de Amsterdammers dachten dat de toren behekst was. De klokken in de spits begonnen op de meest onwaarschijnlijke tijden te luiden en gaven bijna altijd de verkeerde tijd aan. Enkele jaren geleden had uw verslaggever kapitein Jan zijn eigen mysterieuze ervaring met Malle Jaap. In Augustus kwamen er drie weken lang iedere avond lichtflitsen uit de torenspits, alsof het een vuurtoren was. Navraag bij de politie de water-autoriteiten en vele andere instanties leverde niets op: niemand wist waar die lichtflitsen vandaan kwamen. Dat raadsel is tot op de dag van vandaag nog niet opgelost.

14. Oude Schans

De stadsmuur bevond zich tot 1595 aan de rechterzijde van deze gracht. Nadat deze muur was afgebroken voor een nieuwe stadsuitbreiding, bouwden rijke kooplieden aan die kant hun huizen. De meesten van hen bezaten al pakhuizen aan de andere kant van de gracht. Het was in die tijd een groot voordeel voor de handelaren om dichbij hun koopwaar te wonen.

In 1830 knutselde een grappenmaker hier verschijningen van op het water dansende spoken in elkaar. Voor enige tijd verzamelde zich hier iedere avond een menigte mensen aan de voet van de Montelbaanstoren, die hoopten iets van deze spookverschijningen te zien te krijgen. Tot het einde van de 19e eeuw bleef die plek bekend staan als “De hoek van de dansende geesten”

15. Rembrandt Huis

Het tweede huis van de hoek aan de linkerzijde van de sluis is het museum Rembrandt huis. Daar woonde onze grootste schilder van 1639 totdat hij failliet werd verklaard in 1658. Nu kunnen in het museum dat zijn naam draagt bijna alle 250 etsen van de meester worden bewonderd. In 1999 werd het interieur van het gebouw gerestaureerd naar de oorspronkelijke inrichting uit de 17e eeuw, waarbij de omgeving is herschapen waarin Rembrandt zelf heeft geleefd .

16. St. Anthonies sluis

Deze sluis is in 1602 gebouwd ter vervanging van een dam tussen twee voormalige verdedigingsgrachten aan de oostzijde van de stad. Rembrandt’s huis was tegenover de sluis, hij heeft in 1648 een tekening van de sluis gemaakt. Het huisje van de sluiswachter dateert uit 1695; Het is een van de meest scheef gezakte bouwsels in de stad. Het huisje is onlangs gerestaureerd, er is nu een cafë in gevestigd dat zeer toepasselijk “de Sluiswachter” heet.

17. Waterlooplein vlooienmarkt

De Joodse immigranten die in de 17e eeuw naar Amsterdam kwamen mochten geen traditionele beroepen uitoefenen zoals timmerman, metselaar, bakker enz. Die beroepen waren beschermd door Gilden of beroepsverenigingen. Inkoop en verkoop van goederen was een van de weinige vormen van arbeid die zij mochten uitoefenen. Midden in hun wijk ontstond een grote openluchtmarkt, die tot vandaag de dag in stand wordt gehouden. De waterlooplein markt is meer dan 300 jaar oud. Aan het einde van de 20ste eeuw was de markt bijna opgeheven omdat de bouw van het nieuwe stadhuis het merendeel van het marktgebied had opgeslokt. .

18. Stadhuis.

Dit gebouw wordt in de volksmond de Stopera genoemd, een nieuw woord dat is bedacht voor het nieuwe stadhuis annex operagebouw. Architect Holzberger overschreed zuijn budget voor dit gebouw met 180%. Het wqas voltooid in 1986 na vertragingen die in totaal 2 jaar duurden als gevolg van sabotage en demonstraties tegen het project. Amsterdammers hebben er lang over gedaan om aan het complex te wennen, hoewel het operagebouw wordt gewaardeerd om zijn perfecte akoestiek en technische voorzieningen.

19. Zuiderkerk

In de middeleeuwen diende het noordelijkste deel van de Amstel rivier als verdedigingsgracht. De stadsmuur stond aan de noordelijke oever van de rivier. Het doorkijkje vanaf de Amstel langs de middeleeuwse Groenburgwal met op de achtergronfd de kerktoren van de Zuiderkerk is vereeuwigd door een aantal beroemde schilders. Rembrandt heeft hier tekeningen gemaakt, maar ook de 19e eeuwse impressionistische schilder Monet heeft dit tafereel geschilderd.

20. Danseressen

Amsterdam is gebouwd op modderig moerasland, Alle oude huizen in de stad staan op een fundering van houten palen van Scandinavisch grenenhout. Die palen werden ongeveer 16 meter diep door de modder heen in de zandlaag er onder geslagen.
Zo lang deze palen zich in hun geheel beneden het grondwaterpeil bevinden, blijkft hun structurele sterkte intact. Maar als het grondwaterpeil zakt komen de koppen van die palen boven water en dan verrotten ze snel.

Aan de zuidzijde van de rivier staan vijf huizen die duidelijk laten zien wat er gebeurt als het grondwaterpeil te laag wordt. Ze staan allemaal scheef en hangen tegen elkaar aan. In de volksmond worden ze “de danseressen” genoemd.

21. Doelen Hotel

De naam ‘Doelen Hotel’ op de noordoever van de Amstel brengt de oorspronkelijke functie van het gebouw in herinnering. De gevel is van een veel latere datum, maar binnen in het gebouw staan nog enkele muren van de oude exercitiezaal van de stadswacht overeind, die sinds de middeleeuwen op deze plaats gevestigd was. Rembrandt schilderde zijn meesterwerk “De Nachtwacht” in die zaal omdat het doek te groot was om het in Rembrandt’s atelier te plaatsen. Na de voltooiing heeft het schilderij vele jaren in deze zaal gehangen. Dat was de enige locatie waar het beroemde doek ooit compleet te bewonderen is geweest. Toen het schilderij uiteindelijk in 1715 werd verplaatst naar het stadhuis op de Dam, bleek dat het te groot was voor de muur waarop het zou worden opgehangen. Daarom is toen een deel van het schilderij afgeknipt en weggegooid. Dus wat we vandaag in het Rijksmuseum kunnen zien, is slechts 80 procent van de oorspronkelijke Nachtwacht.

22. Hotel de’l Europe

Een van de top hotels in de stad, hotel ‘de l’Europe’ was een van de favoriete pleisterplaatsen van bierbrouwer Alfred Heineken. Op de hoek is een kleine bar met de naam ‘Freddie’s Bar’ Voor zijn ontvoering was Heineken regelmatig te vinden in deze bar. Het hotel was ooit een verjaardagscadeau van de heer Heineken aan zijn vrouw, dus het hotel is eigendom van Charlene Heineken.

23. Munttoren.

Drie hoektorens zijn de enige overgebleven delen van de middeleeuwse stadsmuur. De slanke elegante Munttoren is er een van. In het jaar 1672 werden gedurende een jaar de Hollandse munten geslagen in dit gebouw en daaraan ontleent de toren zijn naam. In de middeleeuwen was dit de locatie waar de Amstelrivier de stad binnenstroomde. In die tijd waren er aan beide zijden van de rivier verdedigingstorens. De grootste toren stond op de plek waar nu Hotel de l’Europe staat. In de rivier stond een palissade met een nauwe doorgang voor schepen.

24. Grimburgwal

De middeleeuwse stad kan over water worden bereikt via de Grimburgwal, een smal verbindingsgrachtje tussen de Amstel en de Oudezijds Voorburgwal, de belangrijkste gracht van de Wallen. In de muur aan de linkerzijde van de grimburgwal zijn nog enkele stukken zandsteen te zien die afkomstig zijn uit de oude middeleeuwse stadsmuur. Deze eerste stadsmuur was al afgebroken in 1384, om ruimte te maken voor de eerste stadsuitbreiding.

 

Tussen de Oudezijds Voorburgwal en de Oudezijds Achterburgwal staat het “huis met drie gevels” In de middeeeuwen was er een herberg op deze plaats. Het huidige huis met drie gevels dateert uit 1609

25 Oude Zijds Voorburgwal

De oudste gracht in de stad. Het graafwerk voor deze gracht begon in het jaar 1342. In de middeleeuwen, vóór de tijd van de 17e eeuwse stadsuitbreiding, woonden hier de rijke (Katholieke) kooplieden. In die tijd was fluweel een favoriete stof voor kleding van de welgestelden. Daarom werd de gracht ook wel de “Fluwelen Burgwal” genoemd.

De eerste boogbrug geeft de grens aan met het Middeleeuwse havengebied, dat zich ontwikkelde tot het nu wereldberoemde “Red Light District” .

26. Universiteit van Amsterdam

De kapel van het St. Agnesklooster aan de rechterzijde is gebouwd in 1470. In dit gebouw werd na de reformatie in 1632 het ‘Athaeneum Illustre’ gevestigd. Dit was de voorloper van de Universiteit van Amsterdam. Oorspronkelijk werd daar slechts een opleiding op Batchelor niveau gegeven, ter voorbereiding op een studie aan de “echte” universiteiten van Utrecht en Leiden. Ondanks sterke academische ambities van dit instituut, duurde het nog 220 jaar voordat in 1864 universitaire status werd verworven. De nieuwe universiteit verhuisde naar een groter onderkomen, en de oude kapel werd daarna achtereenvolgens gebruikt als meisjesschool, muziekbibliotheek, naaiatelier voor militaire uniformen en kantoot van de sociale dienst. Tegenwoordig is het gebouw weer onderdeel van de universiteit van Amsterdam.

27. Stadsbank van Leening

De oude lommerd aan de linkerzijde op nummer 300 werd geopend in het jaar 1616 als een gemeentelijk sociaal project met als doel om arme mensen te beschermen tegen uitbuiting door woekeraars.

Het wordt beschouwd als de oudste bank in Amsterdam en is sindsdien onafgebroken in bedrijf geweest. Vandaag is de Stadsbank van Lening een bloeiend bedrijf met 11 filialen die door de hele stad verspreid zijn.

Het hoofdkantoor is nog steeds gevestigd in dit historische gebouw. Boven de ingang is in gouden letters een gedicht geplaatst met de volgende tekst:

Hebt gij noch geld noch goed, ga deze deur voorby.
Hebt gij het laatste en mist gy ‘t eerste, kom by my.
Geef pand, ik geef u geld, waarom zoude ik u borgen
Of is het niet genoeg, dat gy van ’t mynen teert
Maar eyst gey uw pand terug, zo dient ge te zorgen
Dat my myn hoofdsom met de rente wederkeert
Zo help ik u en my, en toon aan de onderzoekers
Van myn geheymen, ’t graf des eervergeten woekers.

28. Hotel The Grand (Prinsenhof)

Aan de noordzijde van de gracht bevindt zich het voormalig Amsterdams stadhuis, een gebouw dat aan de buitenkant onder de architectuur van de Amsterdamse school is gebouwd. Tegenwoordig is het vijfsterren hotel “The Grand” hier gevestigd. Op de binnenplaats is de voorgevel te zien van een veel ouder gebouw dat in 1411 als klooster is gebouwd. Na de reformatie kreeg dit gebouw een nieuwe naam: ’De Princenhof” en werd verbouwd tot residentie voor Koninklijke bezoekers. In 1581 logeerde prins Willem van Oranje hier. Andere beroemde gasten in dit gebouw waren de Earl of Leicester in 1587 en Maria de Medici in 1638.

29. Urinoir is rijksmonument

Tegelijk met een nieuwe vleugel van het toenmalige stadhuis, werd in 1926 aan de waterkant tegenover de ingangspoort een urinoir gebouwd, ten gerieve van de bezoekers van het stadhuis. Daarom werd hier niet een ordinaire ijzeren ‘krul’ geplaatst, maar een stenen gebouwtje, versierd met beelden van stadsbeeldhouwer Hildo Krop. Vanwege die beelden, en ook omdat het urinoir in dezelfde ‘Amsterdamse school’ stijl is gebouwd als de nieuwe stadhuisvleugel, verkreeg het gebouwtje de status van rijksmonument. Het stadhuis is in 1986 verhuisd naar de Amstel. In het gebouw is nu hotel ‘The Grand’ gevestigd.